In de Verhalen van Kasteel Radboud kan Floris V natuurlijk niet ontbreken. Zonder hem had het ‘Huis te Medemblick’ niet bestaan. Floris is een man met veel gezichten, maar een ding is zeker: de moord op zijn vader, Willem II, is bepalend geweest voor zijn leven.
Een enkel blog doet de reden van ons bestaan geen recht, daarom krijgt Floris een drieluik.
Deel I: de jonge graaf
Anderhalf en graaf van Holland
Floris wordt geboren op 24 juni 1254 en is anderhalf als zijn vader in januari 1256 wordt vermoord door de West-Friezen. Er is lichte paniek in de tent, want Willem II was niet alleen graaf van Holland, maar ook de gekozen rooms-koning van Duitsland. Bovendien stond de paus op het punt hem te kronen als keizer van het Heilige Roomse Rijk. Koning of keizer wordt Floris niet, maar hij is wel de nieuwe graaf van Holland, als Floris de Vijfde.
Eerst alleen in naam, want ook al ben je al jong volwassen in de middeleeuwen, als je nog niet kan praten is het lastig regeren. Hij krijgt een voogd, die het daadwerkelijke bestuur op zich neemt tot Floris volwassen is. Tien jaar later, drie voogden en een stevige opleiding verder zal Floris het eindelijk zelf voor het zeggen krijgen.
Zijn oom en eerste voogd, ook een Floris, gaat in 1256 meteen in onderhandeling met Vlaanderen. Hij regelt dat heel Zeeland voortaan onder Holland valt, maar dat Holland voor het gebied Zeeland bewester Schelde, het huidige Walcheren en de Bevelanden, Vlaanderen als officiële leenheer erkent. Om de vrede te bezegelen zijn er potloodafspraken dat de beide Florissen trouwen met Vlaamse gravendochters.
Voor Floris senior gaat dat niet door, hij overlijdt twee jaar later bij een toernooi in Antwerpen.
Volwassen, maar nog niet helemaal
Floris V vindt eigenlijk maar een ding belangrijk: waar is mijn vader? Het lichaam van Willem II was destijds door de West-Friezen weggemoffeld. Ze wisten pas na de moord dat het om de graaf van Holland ging en waren zich een ongeluk geschrokken. Het liefst zou Floris meteen zijn vader gaan zoeken, maar hij is nog te jong om een leger aan te voeren. Bovendien zijn er andere zaken die dringender zijn.
Sinds het overlijden van zijn eerste voogd is het af en aan onrustig in Zeeland. Als Floris in 1266 officieel volwassen is, is dat het eerste waar hij zich mee moet bemoeien. Samen met de Zeeuwse burggraaf trekt hij door de gewesten en doet wat een landheer moet doen: zijn gezicht laten zien, recht spreken en lastige edelen onder de duim houden met gijzelaars. Floris is dan 12 jaar.
Eerst een bruid, dan het kruit
Omdat Floris pas op zijn 18e een leger aan mag voeren, moet zijn wraak op de West-Friezen nog even wachten. Tijd om een andere alliantie te bezegelen.
In oktober 1268 is Floris in Brugge om de potloodafspraken van 12 jaar eerder definitief te maken. Hij onderhandelt met Gwijde van Dampierre, Graaf van Vlaanderen. Inzet: diens jongste dochter Beatrijs.
Het dichttimmeren van de huwelijkse voorwaarden is niet in één keer geregeld. In juni van het jaar erna wordt er verder gepraat in Leiden en in augustus 1269 trouwt Floris zijn Beatrijs. Ze zijn allebei net 15.
Drie jaar later is het zover: Floris is 18 en legeraanvoerder. Zijn eerste veldtocht gaat naar, 3x raden, West-Friesland. Het leger kampeert bij Alkmaar en Floris legt een dam en een dijk aan, zodat het leger fatsoenlijk van Kennemerland naar West-Friesland kan. Restanten van die dijk worden nog steeds gebruikt: de Munnikenweg.
West-Friese guerilla’s
De West-Friezen zijn niet gek en verwachten Floris allang. Ze hebben aardig wat ervaring met binnenvallende edelen en voeren een guerilla-oorlog. Ze saboteren dammen en dijken en verleiden de Hollanders tot haastige uitvallen. Het Hollandse leger loopt van de ene hinderlaag in de andere en ook al wordt de laatste veldslag gewonnen, de verliezen zijn groot. Floris is geen stap verder gekomen. Missie mislukt.
Opstand is besmettelijk
Er is nog meer tegenslag. Na de mislukte veldtocht naar West-Friesland zien de Kennemers en Waterlanders hun kans schoon en komen in opstand. Ze zijn het zat dat al die edelen steeds maar oorlog voeren en de oogsten vertrappen. Bovendien willen ze hun oude gewoonterechten terug. De edelen vluchten naar Haarlem dat prompt wordt belegerd. En hier laat Floris voor het eerst zijn strategisch inzicht zien.
Floris gaat in gesprek met de boeren en weet het beleg op te heffen, meegeholpen door het feit dat achter de rug van de Kennemers een andere edelman hun dorpen in brand steekt.
Dat betekent niet dat de opstand is afgelopen. De onrust slaat over naar Gooi en Amstelland, en een paar opportunistische edelen sluiten zich erbij aan. Gijsbrecht van Aemstel en Herman van Woerden trekken aan het hoofd van de opstandelingen naar Utrecht. Daar zit de toekomstige bisschop Jan van Nassau in een lastig parket. Hij mist natuurlijk overwicht, is nog niet gewijd én heeft een berg schulden. De ambachtslieden in de stad eisen verandering.
Deel II: de man met macht >>
Deel III: zo vader, zo zoon >>
Bronnen:
Canon van Nederland / Historiek / Historisch Nieuwsblad / NPO Focus / IsGeschiedenis / De Groene Amsterdammer / Oneindig Noord-Holland / Dwangburchten / Wikipedia